Het eerste deel van de Gringo Route is afgerond

4 oktober 2011 - Arequipa, Peru

 

Ik ben inmiddels alweer ruim een week in Peru, dus bij deze de broodnodige update over wat ik allemaal al heb uitgespookt. Let wel op, deze vakantie is tot nu toe alles behalve saai dus bereid je voor op een flink verhaal!

De reis begon ditmaal zonder problemen. Er stond geen monsterfile op de A2 en gelukkig was ook m´n vlucht, in tegenstelling tot vorig jaar, niet gecancelled zonder mij daarover te informeren. Ik had mezelf dit jaar blijkbaar niet genoeg uitgeput dus van slapen tijdens de 12 uur durende vlucht kwam helaas maar weinig terecht. Vijf films later (waaronder Sucker Punch, een aanrader voor de mannelijke lezers!), wat gepraat met één der stewardessen (die me bij het uitstappen nog snel wat Biertjes Voor Onderweg in m´n handen drukte) en te doen alsof ik sliep, landde ik ein-de-lijk in Lima. Toen kon het avontuur dus beginnen!

Ik had geregeld dat het hostel waar ik de eerste nacht zou blijven slapen mij zou ophalen van het vliegveld, maar nadat ik geen vriendelijke Peruaan met een bordje met mijn naam zag zwaaien, heb ik maar het zekere voor het onzekere genomen en samen met twee Noren de taxi gedeeld. In het hostel bleek vervolgens de enige medebewoner bij mij op de slaapzaal een Engelse jongen te zijn, en om mijn aankomst te vieren hebben we een paar biertjes gepakt in het centrum. Uiteraard begon mijn lichaam toen toch tegen te sputteren, dus na een uur sleepte ik mezelf weer terug naar het hostel om te gaan slapen.

De volgende dag ben ik naar het centrum van Lima gegaan om alle oude gebouwen op de gevoelige plaat vast te leggen. Na een tijdje rondslenteren kwam ik terecht in een kerkje waarvan de kelder 300 jaar gediend heeft als openbare begraafplaats. De schatting is dat daar zo´n 80.000 mensen begraven liggen en volgens mij heb ik van al die Juan´s en Jorge´s de schedels zien liggen. Zelfs ik vond het toch een beetje bizar om overal waar je loopt open en bloot stapels menselijke botten te zien liggen. Daarna heb ik mijn wandeling door Lima beëindigd met een tour naar een 400 meter hoge heuvel in het midden van Lima om een mooi uitzicht te krijgen over de stad. De tour was helaas in het Spaans waar ik ondanks m´n LOI cursus geen snars van begreep. Gelukkig zat er een barmhartige Argentijn naast me die belangrijkste dingen voor me vertaalde. Om de dag af te sluiten ben ik met een Peruaanse schone een hapje gaan eten in de stad en een paar drankjes later bevond ik me ineens in een salsaclub waar ze een goede maar zinloze poging ondernam om mijn heupen los te krijgen.

Op dinsdag begon ik de dag met een wandeling naar een ruine in de buurt van waar ik sliep, maar na een half uur door de hitte te hebben gesjokt bleek het standaard op dinsdagen gesloten te zijn waardoor ik dus rechtsomkeert kon maken. Tegen de tijd dat ik terugkwam bij m´n hostel was het moment aangebroken om voor het eerst uit te checken en in de bus naar Paracas te stappen. De taxirit naar het busstation in Lima was een combinatie tussen een dodemansrit en een brute achtbaan, dus die twee euro´s waren welbesteed.

Paracas is een dorpje wat vlak bij een enorm natuurreservaat ligt. Bij het wachten op de bus raakte ik aan de praat met twee Fransen die dezelfde bestemming hadden en om het begin van de kortstondige samenwerking in te luiden zijn we toen we eenmaal waren aangekomen een hapje gaan eten in het ietwat uitgestorven stadje. Eenmaal terug in het hostel bleek ik mijn slaapzaal te delen met een Nederlandse, Amerikaanse en een andere Fransman en met hen heb ik in de ochtend het eerste deel van de tour door het reservaat gedaan. Om 8 uur ´s ochtends stapten we in een speedboot om af te varen naar de zogenaamde Islas Ballestas. Al gauw bleek waarom deze eilanden ook wel Klein-Galapagos genoemd worden. De eilanden werden namelijk bewoond door duizenden en duizenden vogels (door mijn beperkte ornithologische kennis kwam ik niet verder dan het identificeren van Albatrossen, Pelikanen en de onvermijdelijke zeemeeuwen). Naast de vogels werden de eilanden ook nog bewoond door zeeleeuwen en pinguins, en zwommen er dolfijnen rond. Jullie kunnen begrijpen dat ik na het zien van al deze dieren behoorlijke honger had gekregen, dus na een korte lunch in het haventje kon deel twee van de tocht beginnen. De boot hadden we ingeruild voor een busje en samen met de Fransen van de avond daarvoor zijn we 4 uur lang door een woestijnachtig gebied gereden en gelopen. Zowel ik als de twee Fransen hadden op de planning staan om die middag nog af te reizen naar Huacachina en aangezien onze gids van die middag daar ook woonde, konden we met hem meerijden.

Huacachina is een ´dorpje´ van hotels en restaurants rondom een natuurlijke laguna midden tussen de tientallen meters hoge zandduinen. Hoewel het er op de plaatjes behoorlijk idyllisch uitziet, wordt de rust overdag verstoord door brute zandbuggy´s die heen en weer scheuren om met toeristen over de zandduinen te crossen. Via ons hostel hadden we voor de volgende ochtend een plekje in een zandbuggy gehuurd en na betaald te hebben kregen we “don´t eat breakfast” als tip mee. Gelukkig hadden we deze wijze raad opgevolgd want die ochtend is mijn maag twee uur lang rondgeslingerd door heel m´n lichaam. De hobbelige rit werd regelmatig onderbroken om ons de gelegenheid te geven van de duinen af te sandboarden (hetzelfde als snowboarden, maar dan in het zand). Om het kwartier stonden wij dus met een kaars ons board in te vetten om aan de afdaling te gaan beginnen. De eerste paar heuvels waren nog relatief vlak, maar al gauw dropte de chauffeur ons af aan de top van enorme heuvels en om persoonlijk leed te voorkomen kregen we het dringende advies om vanaf dat moment op de buik op de plank te gaan liggen en headfirst naar beneden te gaan. Iedereen was het er al snel over eens dat dit sleetje rijden een stuk gaver was dan het sandboarden omdat het wel wat heeft om gedurende 30 seconden snoeihard van een heuvel te glijden.

Na dit avontuur ben ik met het Nederlandse meisje weer in de bus gestapt naar onze volgende bestemming: Nazca. Ook dit is weer een oersaai dorpje, maar heeft als voordeel dat het vlakbij de wereldberoemde Nazca-lijnen ligt. Dit zijn tekeningen (van met name dieren) die weetikveelhoeveeljaargeleden in de woestijn zijn gemaakt en eigenlijk alleen vanuit de lucht zichtbaar zijn. Men is het er nog niet over eens hoe die gasten vroeger ooit die tekeningen hebben kunnen maken en wat de betekenis er van is. Om dit wonder met m´n eigen ogen te aanschouwen ben ik de volgende ochtend in een mini-vliegtuigje gestapt. Overigens kreeg ik bij het reserveren van een stoeltje weer de tip om vooral geen ontbijt te nemen. Ook ditmaal was dit weer terecht aangezien de piloot z´n uiterste best deed om iedereen alle tekeningen te laten zien. Als gevolg hiervan heeft het vliegtuig volgens mij zo´n 25% van de tijd recht gehangen en gedurende de rest van de vlucht van 45 minuten schoten we van links naar rechts. De tekeningen en de kaarsrechte lijnen die dwars door de woestijn lopen waren uiteraard erg bijzonder om te zien!

Tijdens de vlucht zat ik naast een Engels meisje die net als ik van plan was om die avond op de bus naar de volgende stad, Arequipa, te stappen, dus m´n nieuwe reisgenoot was alweer snel gevonden. Bij het uitladen van de bagage in Arequipa raakten we aan de praat met een meisje uit Zwitserland en met z´n drieën zijn we die middag door de tot nu toe mooiste stad geslenterd. Naast dat het een mooie stad aan de voet van een enorme (en actieve) vulkaan is, is deze stad ook dé uitvalsbasis om de Colca Canyon te bezichtigen. Volgens de boekjes is dit een van de diepste kloven ter wereld en uitermate geschikt voor een stevige wandeling. Omdat we hier alle drie graag naar toe wilden, hebben we tijdens het avondeten een mooie planning bedacht. Ik kan jullie nu alvast verklappen dat de dag totaal anders verlopen is, maar voor de beeldvorming hierbij eerst het plan en daarna de uitwerking ervan. We wilden om 1.30 in de ochtend (ja, je leest het goed) de bus pakken naar Cabanaconde (het laatste dorpje aan de top van de kloof) om voor de busladingen met toeristen aan te komen bij Cruz del Condor, een uitzichtpunt over de kloof waar ´s ochtends ook de immense grote Andescondors rondzweven (vandaar ook de naam). Daarna zouden we beginnen aan de afdaling naar Sangalle (een oasis op de bodem van de kloof), daar wat relaxen, in het zwembad hangen, biertjes drinken, hapje eten, overnachten en de volgende ochtend vroeg weer omhoog wandelen om op een fatsoenlijk tijdstip weer aan te komen in Arequipa. Tot zover het plan, nu de realiteit. Om 1.30 zaten we in de bus, maar in plaats van door te rijden naar Cabanconde stopte de bus om onduidelijke redenen 70km eerder in het plaatsje Chivay en de eerste bus naar Cabanaconde zou pas over 3 uur vertrekken. Dit zou geen onoverkomelijke ramp zijn, waar het niet dat het ijs- en ijskoud was op het busstation. Om onszelf warm te houden zijn we maar naar het eerst volgende dorpje gelopen (ongeveer 5km) en hebben daar in een restaurantje gewacht op de bus. Als gevolg hiervan liepen we al zo´n drie uur achter op planning en was het uitzichtpunt al afgeladen met toeristen. Na daar een uurtje te hebben rondgehangen zijn we begonnen aan de afdaling wat normaliter zo´n 4 uur zou moeten duren. Halverwege de afdaling verstoorde een Peruaanse jongen echter onze planning door half bewusteloos op de berg in de brandende zon te liggen. Omdat hij nauwelijks aanspreekbaar was en al helemaal niet meer kon lopen, hadden we geen keuze dan hem mee te nemen naar beneden. Dit betekende dus dat een van ons de jongen op de rug nam, een ander de spullen van de jongen moest dragen en de derde de spullen van degene die de jongen droeg moest dragen. Omdat onze gemiddelde snelheid hierdoor natuurlijk dramatisch laag lag, werden we gelukkig al gauw ingehaald door een Franse jongen die ons de rest van de middag geholpen heeft de jongen beneden te krijgen. Na ongeveer 7 uur afdalen kwamen we eindelijk uitgeput bij de oasis aan. Omdat de jongen, naast eten en drinken (wat waarschijnlijk de reden van z´n inzinking was), ook geen geld bij zich had, hebben wij een slaapplek en wat eten voor hem geregeld en toen konden ook wij ons bed opzoeken.

Het leven in de oasis bleek behoorlijk primitief te zijn: er is geen elektriciteit, geen bereik met de telefoon (toen we ernaar vroegen gaf de eigenaar van ons hostel aan dat hij wel eens gehoord had van het internet…), geen verharde weg er naar toe waardoor de bevoorrading plaatvindt door ezels die de toeristen weer boven afzetten en afgeladen met eten en drinken weer naar beneden komen.

De dames besloten nog een paar dagen langer in de kloof rond te wandelen en omdat ik en de Fransman de volgende ochtend geen zin hadden om dat hele eind weer omhoog te lopen, hebben we ons (en de jongen) naar boven laten brengen door een paar van deze hardwerkende ezels (het blijft tenslotte vakantie). Slechts anderhalf uur later stonden we alweer aan de top van de kloof, dus als ooit de naam ´berggeit´vrijkomt verdienen deze beestjes hem. Door al het gedoe hadden we de laatste bus terug naar Arequipa net gemist, dus waren we genoodzaakt om te blijven slapen in Cabanaconde. De Fransman voelde zich niet goed en ging vroeg naar bed, waarop ik tot een uur of elf met het meisje van de receptie wat heb zitten drinken. Vanmorgen (want daar zijn we inmiddels aangekomen) konden we dan eindelijk in de bus stappen om terug te gaan naar Arequipa. We hadden de keuze uit de toeristenbus die er zo´n 8 uur over zou doen of de normale bus die er gemiddeld 6 uur over doet. Om het avontuurlijk te houden besloten we voor het laatste te kiezen en ook dat was weer een hele belevenis. De rest van de bus was gevuld met Peruvianen gekleed in hun typische klederdracht en hier een daar had zo´n vrouwtje een baby-geitje of baby-alpaca (een soort mini-lama) op haar schoot zitten. Halverwege stapten er drie Fransen in en met hen ga ik vanavond een hapje eten en ongetwijfeld een paar drankjes doen. Na ruim een week als cityhopper te hebben geleefd, heb ik mezelf morgen een vrije dag gegund (en dat tijdens m´n vakantie!) en daarna ga ik met de bus naar het Titicacameer.

Maar nu eerst weer eens een lekker warme douche, want daar ben ik na drie dagen onder een ijskoude straal te hebben gestaan wel weer aan toe!

Tot over een ongeveer weekje voor het vervolg!

 

6 Reacties

  1. Mariëtta:
    5 oktober 2011
    Hey broer! wat heb je in die week al veel gedaan en meegemaakt! Zo te lezen is het een gave vakantie! Als je thuis bent maar gauw een fotoavondje plannen!
    Oh ja iedere keer als Femke een vliegtuig ziet vliegen zwaait ze ernaar en roept: "Dag Ree" en vervolgens: "Dag tas". En als je dan naar haar zin niet snel genoeg reageerd: "mama"! en wijst in de lucht "Ree!". Hihi
    Maar geniet er verder van! Groetjes uit Wijk.
  2. Ilse Al:
    5 oktober 2011
    Heerlijk om te lezen, lijkt mij dat jij je prima vermaakt! Ik zie uit naar je volgende relaas!
  3. mam:
    5 oktober 2011
    Wow, wat een verhaal! Zoiets beleef je niet in Zuid-Frankrijk. Ben heel benieuwd naar de foto's.
  4. Hen:
    5 oktober 2011
    Hè Ren, wat gaaf allemaal! Geniet van je vrije dag...
  5. Ruth:
    5 oktober 2011
    I opened the blog and buuum! wow lots of words to translate! haha =D but I enjoyed all specially when you mentioned about getting up at 1:30 ... I thought "this translater is not that good" but then you confirmed the hour! OMG! ahhaha you will need vacations from your vacations at Peru.
    I would like to see the little lama =D Upload some pics ;)

    Is it the food too different from mexican food? =P

    Doei! xx
  6. Katja:
    7 oktober 2011
    Wat een leuk verhaal Rene, heel veel plezier daar nog!