Weer platte grond onder de voeten

15 oktober 2011 - Lima, Peru

 

Hoewel mijn eerste werkweek al weer bijna achter de rug is, wil ik jullie natuurlijk het laatste gedeelte van mijn trip in Peru niet onthouden!

M’n vorige blog eindigde met de opmerking dat ik mezelf een vrije dag in Arequipa had gegund. Deze dag heb ik opgevuld met het doen van een citytour door de stad en haar omgeving. Dit hield in dat we gedurende de middag met een open bus langs een aantal miradors (uitzichtpunten) reden, een inca-farm met alpaca’s en lama’s (en ja ze spugen echt, en ver!) en een oude inca-molen (waarbij de gids al snel kon beamen dat het voor een Hollander als ik misschien niet zo heel erg bijzonder was, voor de rest van de toeristen bleek een molen nog steeds een fascinerend iets te zijn..). Al met al een prima relaxte middag dus. En nog steeds kon ik me er tijdens de tour over blijven verbazen dat ik door mijn blauwe ogen en blonde haren soms een grotere toeristische attractie was dan welke bezienswaardigheid dan ook.
Die avond hebben de Fransen en ik, aangevuld met een Italiaan, een Canadees en een Zwitsers weer een kroeg opgezocht om ons verblijf in Arequipa af te sluiten. Aangezien de Fransen daarna naar Cusco zouden vertrekken en ik na een tussenstop van een paar dagen in Puno ook in Cusco zou aankomen, was met de hedendaagse communicatiemiddelen “see you in Cusco!” geen onrealistisch afscheid.

Maar eerst Puno dus! Ook dit is weer een stad die niet tot de mooiste ter wereld behoort (understatement!), maar doordat het naast het enorme Titicacameer ligt is het toch een trekpleister voor toeristen. De busrit van Arequipa naar Puno was werkelijk adembenemend, zowel letterlijk doordat we naar ruim 4000 meter klommen, en figuurlijk doordat het een 7 uur durende busreis door een prachtig glooiend landschap met grazende alpaca’s was. Bij het uitladen van de bagage hoorde ik een meisje in het kenmerkende Nederlandse steenkolenengels praten en zij kende vanuit Arequipa al een Engels stel, dus ik had mijn reisgenoten voor de komende dagen alweer gevonden! Na een paar drankjes in het hostel en een spelletje Risk (die wij Hollanders natuurlijk glorieus wonnen door onze succesvolle roots wat betreft wereldheerschappij) gingen we redelijk vroeg naar bed, want de volgende dag stond weer een excursie op het programma. ’s Ochtends vroeg vertrokken we naar de haven van Puno om met de boot naar de Islas los Uros te gaan. Dit zijn kunstmatige drijvende eilanden gemaakt van riet. En niet alleen de bodem bestaat uit riet, maar ook de huizen en de boten. In het verleden hebben de Uros deze eilanden gemaakt om de Inca’s te ontvluchten, maar tegenwoordig is het meer Disneyland op water. Elke ochtend stappen horden toeristen in een boot om die eilanden te bezoeken, op rietstengels te knagen (smaakt naar niks kan ik je vertellen, maar doet je wel voelen alsof je Bear Grylis himself bent) en zich te verwonderen over de zonnepanelen die nonchalant tussen de rieten huisjes staan. Na het korte bezoek en een rondvaart in wat ze hun Mercedes noemen (voor een boot van riet was hij inderdaad behoorlijk fancy!) stapten we weer in onze eigen boot om na drie uren varen aan te komen op het eiland genaamd Amantani. Daar werden wij toegewezen aan een lokale familie (wij kregen de dorpsoudste die, in tegenstelling tot in Nederland, ook automatisch het meeste respect krijgt) die ons een slaapplek en eten moest geven. Ik weet nog steeds niet wat ik die middag gegeten heb, maar het was wel het smerigste wat ik tot op dat moment in Peru gegeten had (maar onbeleefd om te laten staan, dus eet smakelijk!). Na deze misselijkmakende lunch hadden we met de rest van de groep afgesproken om de hoogste van de twee heuvels op het eiland te beklimmen. Door de hoogte (en dus niet door m’n slechte conditie!) was het een bijzonder zware wandeling (tot een hoogte van 4171 meter), en als je een flink stuk hoger dan het hoogst bevaarbare meer ter wereld staat, waan je je wel even on top of the world! Die avond werd het dorp opgetrommeld om ons in traditioneel Peruaanse kleren mee te laten doen met een traditioneel Peruaans feest (wat niet veel meer is dan elkaars handen vasthouden en in rondjes rennen, erg vermoeiend dus!). Na een nacht op de boerderij van de dorpsoudste te hebben doorgebracht begon de reis terug naar Puno, welke nog werd onderbroken door een korte tussenstop op het eiland Taquille. Overigens is het Titicacameer zo belachelijk groot dat je eerder het gevoel hebt rond te dobberen op zee in plaats van op een meer! Teruggekomen in Puno hebben het Nederlandse meisje, het Engelse stel en ik nog een bezoekje gebracht aan een cocktailbar, waarna op de volgende ochtend onze wegen alweer uit elkaar gingen.

Maar gelukkig maakte ik mij klaar om af te reizen naar mijn laatste, maar meest gave bestemming: Cusco! Dit is volgens de verhalen de langst bewoonde stad van het westelijk halfrond en tevens de culturele hoofdstad van het Amerikaanse continent. Met andere woorden geen probleem om daar mijn laatste dagen in Peru door te brengen! Ik bleek mijn bus te delen met twee Engelse jongens (met typisch Engelse humor!) met wie ik de twee dagen daarvoor al op de boot had doorgebracht. Ook deze busreis van 7 uur was dus geen straf, zeker niet omdat het landschap wederom prachtig was!

Ook in Cusco was er weer Nederlandse vertegenwoordiging, ditmaal in de vorm van twee Nijmeegse studentes. Na eerst een hapje te hebben gegeten en een paar drankjes te hebben gedaan, waren zij mijn gezelschap tijdens mijn eerste echt grote stapavond in Peru. Het uitgaanspubliek in Cusco bleek een mooie mix te zijn tussen natives en gringo’s (zoals wij blanken liefkozend door diezelfde natives worden genoemd), en ook de muziek varieerde van heupswingende salsa tot bikkelharde house. Jullie kunnen begrijpen dat ik na die avond al wist dat ik mezelf de komende dagen waarschijnlijk vaker op de dansvloer zou bevinden. De volgende dag heb ik gebruikt om de binnenstad van Cusco te ontdekken en om m’n reis naar de eindbaas aller Inca-steden te boeken: Machu Picchu! Omdat mijn reis naar dit wereldwonder de volgende ochtend om half 7 zou beginnen, had ik mezelf voorgenomen het die avond niet heel laat te maken. “Helaas” had ik die avond weer afgesproken met de Peruaanse schone die ik in Lima had ontmoet, dus na een drankje in de (naar hun zeggen) hoogste Irish pub ter wereld kon ik alleen maar bevestigend antwoorden toen ze vroeg of ik zin had nog even naar een club te gaan. Tot zover dus de goede voornemens om wat vroeger naar bed te gaan. Een paar uur, paar bier en flink wat salsamuziek later (en oh wat kan zij dansen!) kwam ik pas 3 uur voor vertrek in m’n hostel aan. Gelukkig voor mij is de betekenis van het woord dichtbij in Peru geheel anders dan in Nederland, want hoewel Cusco bekent staat als dé stad om Machu Picchu vanuit te bezoeken, was dit toch weer een flinke reis: ruim twee uur met de bus naar het dorpje Ollantaytambo, ruim een uur in de trein naar Machu Picchu Pueblo en vervolgens weer een half uur in de bus naar Machu Picchu zelf. Genoeg verloren uurtjes om wat slaap in te halen dus.

Machu Picchu is één van de zeven nieuwe wereldwonderen (en naast Chichen Itza in Mexico dus al de tweede die ik van dat lijstje kan wegstrepen) en verdient dus een eigen alinea. Samen met een Canadees en drie Amerikaanse chicks vormde ik de harde kern van onze tourgroep en gedurende de zo’n vier uur durende wandeling door deze bijzondere stad vol symboliek was de magiek van de oude Inca’s sterk voelbaar! Slechts 500 mensen woonden in die tijd hier, maar doordat de Spanjolen deze stad nooit gevonden hebben tijdens hun verwoesting van de antieke beschavingen, is het een van de best bewaarde overblijfselen van die tijd. Hoewel er ongeveer een miljoenmiljard toeristen op al m’n foto’s te vinden zijn (lichtelijk overdreven natuurlijk, aangezien er naast mij maar 2499 mensen naar binnen mochten die dag) was die prachtige stad hoog in de bergen simpelweg adembenemend (en dit keer alleen figuurlijk, inmiddels waren mijn rode bloedlichaampjes in staat voldoende zuurstof te vervoeren). En hoewel de Peruanen deze attractie economisch goed uitbuiten, is het elke euro meer dan waard! Omdat die avond Peru het in een voetbalwedstrijd opnam tegen Chili en onze treincoupe werd opgevuld door Peruanen aan de ene kant en Chilenen (met radio) aan de andere kant, was ook de terugreis naar Cusco weer enerverend (4-2 voor Chili voor de geïnteresseerden). Eenmaal thuis in Cusco durfde ik de strijd tegen de vermoeidheid niet nog een keer aan en besloot ik voor de laatste keer die week voor middernacht m’n bed op te zoeken.

De volgende dag heb ik nog meer cultuur opgesnoven door ook in Cusco mee te doen met de citytour. Naast een bezoek aan de enorme kathedraal hield de rondleiding voornamelijk in dat we Inca-ruïnes in de buurt van Cusco hebben bezocht, waaronder de ruïnes van Sacsayhuaman wat door ons gringo’s verbasterd is tot “sexywoman” (en ja, dit verder irrelevante feitje is de reden waarom het een vermelding in m’n blog heeft). De drankjes van die avond waren een weerzien met de Fransen en het Zwitserse meisje uit Arequipa, en hoewel het nog geen week geleden was sinds we elkaar gezien hadden, zaten we allemaal weer boordevol nieuwe verhalen!

Samen met het Zwitserse meisje heb ik de volgende dag een bustocht door de Heilige Vallei gedaan (waar Machu Picchu ook in ligt) en ook dit was weer een fantastisch mooi plaatje: een groene vallei met heuvels, dorpjes, ruïnes en een riviertje. Hoewel het beklimmen van de ruïnes soms nog steeds een fysieke uitdaging was, was de dag heerlijk rustgevend door de prachtige omgeving. De avond daarentegen was alles behalve rustgevend! Aangezien het m’n laatste echte avond in Cusco was, vond het Zwitserse meisje dat ik nog één keer goed op stap moest (en ik was het daar natuurlijk roerend mee eens!). Maar eerst moesten we eten en omdat ik weer bijna terug zou vliegen naar Nederland, moest ik van mezelf de befaamde cuy proberen. Het is ongetwijfeld al behoorlijk apart om een stukje caviavlees te eten, maar wanneer het stukje vlees door zijn kop (met tanden en ogen), lijfje en poten ook nog te identificeren is als een cavia vergaat je eetlust instantly. Dat deed het bij mij althans wel.. Gelukkig was mijn feestlust nog niet verdwenen, dus na een bodempje te hebben gelegd met een paar pizzapunten kon de nacht beginnen. De Zwitserse ging relatief vroeg naar huis, maar gelukkig was er een beeldschone Peruaanse die mijn salsamoves verder probeerde te verfijnen. Omdat zij de volgende dag en ik een dag later uit Cusco zou vertrekken en we dus allebei nog op souvenirjacht moesten, hadden we afgesproken de volgende middag de marktjes onveilig te maken. Na haar aan het eind van de middag op de bus te hebben gezet, liet ik me na het avondeten door drie Braziliaanse meiden overhalen om ook deze avond nog eventjes mee op stap te gaan. Doordat m’n vlucht de volgende ochtend om 8 uur zou vertrekken was er eerst lichte twijfel, daarna een “ja, maar niet te lang” en tenslotte eindigde ik net zoals de meeste anderen met de Cusco Klassieker: blijven feesten totdat het tijd wordt je tas te pakken en naar het vliegveld te gaan. Van het wachten op het vliegveld, het terugvliegen naar Lima en wachten op m’n bagage heb ik logischerwijs weinig meegekregen.

Doordat m’n vlucht terug naar Amsterdam pas 10 uur later zou vertrekken besloot ik nog even het centrum van Lima op te zoeken. Gedurende mijn tijd in Peru heb ik me vaak in een achtbaan gewaand, maar de rit van het vliegveld naar het Plaza Mayor van Lima sloeg alles. Voor omgerekend slechts een kwartje heb ik een half uur lang samen met vijftien anderen opgevouwen gezeten in een bestelbusje waarvan de chauffeur niet zeker wist of hij nou buschauffeur of taxichauffeur was. In de volksmond worden deze voertuigen ook wel collectivo’s genoemd, ofwel gedeelde taxi’s. Het gevolg was een wilde rit waarbij zo’n beetje iedere 10 meter iemand zich naar buiten probeerde te worstelen of er een nieuw iemand bij werd gepropt. Dat er ook nog een blonde gringo met blauwe ogen tussen zat maakte de freakshow helemaal compleet. Op dat moment dacht ik dat ik Peru niet met meer stijl kon verlaten, maar op die gedachte moest ik terugkomen toen ik het plein van Lima op liep. Vanwege een evenement was het plein overspoeld met basisscholen uit de omgeving van de hoofdstad. Doordat er in Cusco vele gringo’s te vinden waren, was ik even vergeten hoe bijzonder blanke mensen in de rest van het land zijn. Alsof ik een of ander kindsterretje was stonden vrijwel continu schoolkinderen zich rondom mij te verdringen om foto’s van me te maken en vragen te stellen. Als volleerde paparazzi wisten ze me keer op keer te vinden, ongeacht waar ik een stil plekje gevonden dacht te hebben. Mocht je dus een foto van mij vinden op de facebookpagina van een zesjarig Peruaans meisje, dan is dit dus de verklaring.

Na deze absurde ervaring kon ik beginnen met de lange reis terug naar huis. Een paar films en een paar uur slaap verder (ditmaal helaas zonder vriendelijke stewardessen) werd ik door paps en mams, en vooral door kleine Femke, een warm welkom terug in Holland geheten.

Na mijn geweldige trip door Mexico was het eerlijk gezegd wel even spannend of Peru net zo’n fantastische ervaring zou worden. En ik kan in volle overtuiging zeggen dat het dat is geworden; ik heb drie geweldige weken gehad!

Bedankt voor het lezen en tot volgende keer!

Boks.

 

1 Reactie

  1. Ruth:
    21 oktober 2011
    Huge Blog! but it was really fun to (read) translate it =) !! =D I'm happy you finally did this trip! and what a trip! It's great you write about what you've seen on your trips I should do that too!! ;)

    xx Greetings from Mx!